Europese Defensiesamenwerking
Aanbevelingen voor Europese Defensiesamenwerking voor het regeerakkoord 2026
De Europese Commissie werkt in het kader
van het ReArm 2030 plan aan de oprichting van een Europese Defensie
Unie om in de dringende behoefte aan strategische autonomie en stabiliteit
te voorzien. Kernuitdaging is de huidige gefragmenteerde structuur en de
focus op het nationaal (eigen)belang. Die belemmert effectieve en gecoördineerde samenwerking.
Voor verbeterde samenwerking op korte termijn bevelen
we aan om samenwerking binnen coalitions-of-the-willing binnen de NAVO verder
te bevorderen. Deze moeten echter blijvend en stabiel zijn, en in staat
om verder te groeien met andere lidstaten.
Een Europese militaire- en commandostructuur
om onafhankelijk van de VS te kunnen optreden is noodzakelijk, maar moet naar
onze mening passen binnen de NAVO structuur (separable, but not separate). Ook moeten
Europese NAVO leden, die geen EU-lid zijn kunnen aansluiten.
Om ons continent te verdedigen in grotere operaties zonder de VS, adviseren we om Europese strategic enablers te introduceren, Deels buiten het NATO Defence Planning Proces (NDPP). Denk o.a. aan inlichtingen-satellieten, verdediging tegen hypersone en ballistische raketten, kleine nucleaire reactoren, etc. Deze zijn te kostbaar voor individuele lidstaten. Naar onze mening kunnen deze toch worden gerealiseerd als wordt gekozen voor gemeenschappelijk eigendom en gebruik, net als bij NATO AWACS vliegtuigen. In dat geval is financiering met Eurobonds misschien ook haalbaar.
Voor een snelle reactie op onverwachte crises met beperkte intensiteit is het van belang dat de in het Strategisch Kompas van de Europese Commissie van 2022 geplande Rapid Deployment Capability (RDC) toch wordt opgericht. Om de logistiek, continuïteit en inzet te vergemakkelijken, stellen we voor om deze uit te rusten met systemen in gemeenschappelijk Europees eigendom.
Verder pleiten we voor stapsgewijze hervorming
in de defensie-industrie door de geleidelijke groei naar stabiele regionale of
technologisch georiënteerde
industrieclusters om fragmentatie te verminderen en interoperabiliteit te
verbeteren.
Hoewel we nog decennia afhankelijk zullen
blijven van niet-Europese systemen, is het noodzakelijk de afhankelijkheid
van technologie en systemen uit niet-Europese landen te verminderen.
Hiertoe behoren de VS, Israël
en anderen. China behoort ook tot deze lijst, want we zijn afhankelijk van veel
Chinese grondstoffen, onderdelen en componenten.
Prioriteiten daarvoor zijn de Europese strategic enablers en Europese
alternatieven voor grondstoffen en onderdelen.
Onze voorstellen blijven binnen de
mogelijkheden van de huidige verdragen. De geopolitieke situatie verandert
echter snel met economische barrières en bedreigingen van onze vrijheid. Daarom
bevelen wij aan om snel stappen te nemen in de richting van een wijziging
van de verdragen, waardoor samenwerking minder gefragmenteerd en effectiever
kan worden.
Maar boven alles geldt dat een Europese
Defensie Unie alleen kan slagen als de wil tot samenwerking binnen Europa
op alle niveaus aanwezig is. Het diplomatieke principe van ‘verlicht eigenbelang’ (enlightened self
interest) zou voor lidstaten moeten prevaleren boven puur nationaal en
industrieel eigenbelang, dat we momenteel waarnemen.
Wederzijds vertrouwen en begrip moeten worden
gestimuleerd.