Vragen van Eurodefense Nederland naar aanleiding van de initiatiefnota van Kamerlid Chris Stoffer (SGP) over Europese en internationale defensiesamenwerking

Op 23 februari 2023 heeft Tweede Kamerlid C. Stoffer (SGP)  een initiatiefnota ingediend over Europese en internationale defensiesamenwerking, getiteld: “Het heft in handen houden. Over de noodzaak van een fundamenteel debat over Europese en internationale defensiesamenwerking”. Eurodefense Nederland heeft daarop een aantal kritische opmerkingen en vragen aan Kamerleden aangeboden zodat zij deze in het Commissiedebat over de initiatiefnota konden stellen.


  1. Een betrekkelijk lokale oorlog in Europa waar nagenoeg alle NAVO partners indirect bij betrokken leidt ertoe dat wij na één jaar industrieel nauwelijks in staat zijn voortzetting van de oorlog mogelijk te maken. Is het waarschijnlijk dat Nederland ooit nog in staat zal zijn om zichzelf op een adequate basis te verdedigen tegen militaire dreigingen?

  2. Tussen Nederland en haar Europese partners is er sprake van een hoge mate van overeenkomst in geopolitieke belangen. Om welke redenen is een geïntegreerde aanpak met deze bondgenoten niet de meest kosteneffectieve en kansrijke aanpak om deze belangen te dienen?

  3. De Nederlandse belangen komen meestal overeen met die van onze bondgenoten. Wij zijn echter zelf niet meer in staat om deze zelfstandig te behartigen. Ligt het daarom niet voor de hand dat Nederland zich op op gecoördineerde wijze toelegt op een specifieke taak in de verdediging van Europese en NAVO belangen?

  4. In welke mate is de indiener van mening dat internationale defensie samenwerking per definitie wederzijdse afhankelijkheid creëert en dus gedeelde soevereiniteit vereist?

  5. De nota redeneert geheel vanuit de Nederlandse positie zonder in te gaan op bestaande dreigingsanalyses voor de NAVO en de EU. Is het niet effectiever om die analyses als als uitgangspunt te nemen en daar vervolgens een antwoord op te formuleren? Daarbij zou Nederland als onderdeel van het grotere geheel kunnen doen waar Nederland “goed” in is.

  6. De nota analyseert de activiteiten die onderdeel vormen van het defensieapparaat afzonderlijk bij de beoordeling van mogelijke internationale samenwerking. Ligt het niet meer voor de hand om de rol van de Nederlandse defensie en de mogelijkheden tot internationale specialisatie te evalueren als clusters van samenhangende activiteiten, vaardigheden  en technologieën.

  7. Is het uitgangspunt “Den Haag beslist over de zwaardmacht” niet een groot obstakel is voor internationale defensie samenwerking?  Zolang dit voor alle samenwerkende partijen geldt kan er immers nooit sprake kan zijn van snelle inzet bij  een crisis. Hoe ziet de opsteller in dit verband bijvoorbeeld de integratie en inzetbaarheid van landmachteenheden met Duitsland, die militair gezien alleen nog gezamenlijk inzetbaar zijn?

 

Populaire posts van deze blog

Recommendations for a Stronger European Defence

Clustering the EDTIB

A Strategic Compass: what’s next?