Europese samenwerking bemanning marineschepen
Eurodefense heeft de Tweede Kamer gesuggereerd om mogelijkheden voor een Europese pool met militair personeel te laten onderzoeken en waar nodig de wet- en regelgeving aan te passen.
Het Commando Zeestrijdkrachten kampt met personeelsproblemen. Recent heeft dit ertoe geleid dat de Zr. Ms. Rotterdam aan de kant is gelegd. Dit is een ongewenste situatie voor een krijgsmacht, die gereed moet zijn voor de verdediging van het Nederlandse en bondgenootschappelijk grondgebied. Een deel van de oplossing zou kunnen liggen in multinationale bemanningen.
De uitdagingen van de nabije toekomst vragen om een schaalbare marine die adaptief en wendbaar kan optreden. Vlootvernieuwingsprogramma’s zijn of worden gestart om (weer) over een technologisch hoogwaardige vloot te beschikken. Echter, juist de technisch opgeleide bemanning is de groep waar het in de marine het meest aan schort. Met alle gevolgen van dien.
Nederland is niet alleen met deze uitdaging. Verschillende van onze vaste en vertrouwde Europese samenwerkingspartners zoals de Belgen, Duitsers, Britten en Scandinaviërs kennen dezelfde problematiek. Hoogstwaarschijnlijk geldt dit ook voor andere Europese lidstaten. Door slim in te spelen op de defensie gereedstelling-cyclus (met hoge piekbelasting voor en tijdens inzet en lange tussenperiodes waarin er minder werk is) kunnen wij onze eigen personele gereedheid en die van onze bondgenoten vergroten.
Een Europese pool met militair
personeel, waarmee de bemanning met
personeel uit andere Europese landen kan worden aangevuld, zou een praktische
oplossing kunnen zijn. Zo’n concept vertoont parallellen met het Defensiebeleid
om voor oplossingen meer naar buiten te kijken, zoals de “adaptieve krijgsmacht”.
Met zo’n initiatief bouwt Nederland ook voort op bestaande successen in de
samenwerking. Zo is het gebruikelijk dat Belgische bemanningen meevaren op
Nederlandse schepen, en vice versa.
Om de volle potentie van deze ad hoc samenwerking te benutten kan de huidige praktijk worden doorontwikkeld naar een meer structurele oplossing met andere lidstaten van de Europese Unie.
Omdat het politieke mandaat van vertrouwde bondgenoten bij inzet onzeker is, bestaat de mogelijkheid dat bemanningsleden op het laatste moment alsnog moeten worden gewisseld. Dergelijke wisselingen van een deel van de bemanning zijn voor marines om normale plannings-redenen echter niet ongebruikelijk.
Een
neveneffect is dat de intensivering van bestaande samenwerking kan leiden tot verhoogde
wederzijdse bekendheid, kennisuitwisseling, en interoperabiliteit.
Een gedurfde optie zou zijn
om bij een buitenlandse eenheid gedetacheerde militairen op vrijwillige
basis uit te zonderen van de beperkingen van het nationale politieke mandaat.
Voor Nederlandse militairen bij een buitenlandse eenheid zou dan het mandaat
van het betreffende EU-land van toepassing zijn.